Deegroller of massagestick? |
De in-box zat ook deze week weer tot de kop toe vol, er zijn
plannen om voortaan onze berichten in the cloud op te slaan, kunnen we er
onderweg ook nog wat aan doen, wolken genoeg tenslotte. Ziet u het voor u?,
real time life chatten. Janke Andringa uit Stiens vindt ons bikkels die
haar doen denken aan de Batavieren die
ze nog kent uit de verhalen van meester Elgersma. B&W van Leeuwarderadeel
zullen het gemeentebestuur voorstellen om een Slachtefonds in het leven te
roepen, van waaruit we onze onkosten vergoed kunnen krijgen. Als we over een
paar jaar bij Leeuwarden zijn ingelijfd, is een dergelijk initiatief niet
haalbaar. Een telefoonrondje langs de fractievoorzitters levert een voorlopige
kleine meerderheid binnen de raad op. Alleen de FNP houdt de boot nog even af,
zij willen eerst onderzoeken of iedereen van de groep wel geaf frysk praet.
Wordt lastig, William zit inmiddels op de spoedcursus bij het Afuk.
Het was maar de vraag of zelfde W vanmorgen wel van de
partij zou zijn vanwege knie- en andere klachten. Het mailtje vrijdagavond –
“rondje gedaan, alles doet het weer” – stelde ons gerust. In de auto op weg
naar het startpunt Ferwert geeft hij nog even een toelichting. “Toen zakken met
ijs niet hielpen heb ik de zere plekken gemasseerd met de deegroller. Vroeger
zat Gerarda me ermee achterna, nu verwen ik me er zelf mee”. Herman heeft zich
afgemeld, het verplichte doktersattest vermeldt ‘scheurtje in de knieschijf’.
Ben er volgende week wel weer, secondelijm (CetaBever) doet wonderen. Maar er
is een vervanger in de persoon van Alle Sterk, hij is de eerstvolgende op de
wachtlijst. Zijn start is niet Sterk, want hij arriveert als laatste, zonder
opgaaf van geldige reden. Hij wordt hierop aangesproken, belooft beterschap en
ondertekent het huishoudelijk reglement waarin o.a. dit soort zaken zijn
vastgelegd.
We starten met een kwartier vertraging, want eerst geven we
de wandelaars, die in grote getale de feesttent naast het huis van Jurjen en
Suzan verlaten, gelegenheid om aan hun wandeltocht van 10-15-35 km te beginnen. We komen
ze onderweg nog regelmatig tegen, zodra ze ons aan horen komen stellen ze zich
respectvol naast elkaar op in de berm en blijven klappen totdat we uit het
zicht zijn verdwenen. We zijn in koers voor de uitgestelde editie Ferwert –
Dokkum – Ferwert, in mijn beleving achteraf ‘De ware Hel van het Noorden’.
Zoals elk begin zijn de eerste kilometers richting Wanswert/ Burdaard niet de
moeilijkste, droog en de wind schuin voor. Tijd om informatie onderling uit te
wisselen en om van de natuur te genieten. Marijke vindt het in deze regio
landschappelijk nog ruiger dan bij ons in de buurt, maar daarom niet minder
mooi, “Fryslân, myn Fryslân, wer’t ik ek bin, ik hâld fan dy”. Dankzij Afuk
kent ook W inmiddels de vertaling en ik zie dat hij een traan wegpinkt. “Sterk
spul hè die Fisherman Friends”. Hij knikt. We passeren een bruggetje, in de
leuning zie ik ‘The Old Pipers’ gekrast, Anja begint te lachen en vertelt dat
dit de lokale Dubliners zijn, haar man Gys en mijn neef Pyt Nauta maken hier
onderdeel van uit. Op dit bruggetje is de eerste fotosessie geweest. Hoe lang
dat geleden is weet ze niet meer, maar de mannen waren toen ook al old. In
Ferwerderadiel hebben ze inmiddels veel succes op feesten en partijen. Buiten
de gemeentegrenzen zijn ze ook te boeken.
Burdaard is inmiddels aan ons verschijnen gewend, ah, binne
jim der wer, wer giet de reis no naar ta? Dockum? Foarsichtig by de Ee, it
spoeket der straks. De man krijgt gelijk, we zijn bijna bij de eerste
ravitaillering als de donkere wolken die zich boven ons hebben samengepakt zich
gaan ontladen en hiermee pas ophouden als we terug zijn in F. Het is alsof deze
spanning al eerder wordt gevoeld, want iedereen moet bij het voetbalveld van SC
Burdaard gebruik maken van de sanitaire faciliteiten. Helaas heerst op het
sportcomplex een serene rust. Op de deur van de kantine staat aangeplakt ‘in
verband met de komende regen buiten plassen (het bestuur)’. De dames vinden een
heg, wij een boom.
De drinkpost is listig door Jurjen in het parcours (32 k)
opgenomen. Op de heen én op de terugweg passeren we de blauwe auto die hier
door Suzan en Jelle is geparkeerd. De achterklep is open (kan hier nog), de
keus in drankjes en hapjes is weer groot. Eerst volgen we de Ee aan onze
rechterzijde, na de brug bij Sybrandahûs stroomt hij links van ons. Ook hier
heeft J een bedoeling mee, ‘het is voor de balans van de nekspieren’. De
schaatsers onder ons kunnen het niet laten om de recente ijspret nog eens te herbeleven
door de anderen deelgenoot te maken van de opgedane ervaringen. De uitspraak
‘de Ee is de aorta van mijn leven’ wordt niet door iedereen onderschreven. Wel
door de vissers die we nu met enige regelmaat langs de kant zien zitten.
Goedgemutst (letterlijk) groeten ze ons, het wil niet bijten – het milieu hè –
maar alles is beter dan thuis zitten. Woorden voor rekening van de spreker.
Bonifatius, Dokkum of Murmerwoude? |
Dokkum is een aparte ervaring, ondanks de regen is de
bevolking vriendelijk. “Dat ze hier Bonifatius hebben vermoord, dat wil er bij
mij niet in”, zegt Alle. “Klopt ook wel”, antwoordt Marijke, “dat was in
Murmerwoude”. Alle tevreden, wij iets wijzer. Op het Bolwerk meent iemand Syb
van der Ploeg te zien. Kan wel kloppen, want de repetities van ‘Bonifatius de
Musical’ zijn in volle gang en daarin speelt hij de hoofdrol. Jammer dat we
niet wat langer kunnen blijven kijken, we moeten in beweging blijven, de koude
spieren worden strammer. We zijn Dokkum nog niet uit of we worden ingehaald
door twee mannen die ook in training zijn. Ze zien op ons jack Stiens staan en
vragen of we daar vandaan komen. “Ja, vanmorgen vroeg vertrokken”. Gelukkig
lopen ze maar een paar kilometer met ons op, ze kletsen ons de oren van het
hoofd met het verslag van hun loopprestaties. “Misschien komen we elkaar nog wel
eens tegen”, zegt de ene met de pet als zij richting Holwerd gaan en wij naar
het zuiden afbuigen. “Dat hoop ik in de vrede niet”, zegt Anja, wat een ‘old
wifes’! We bereiken in dankbaarheid de blauwe auto en tanken voor de laatste
keer.
Het is nu weer ieder voor zich, Jurjen en Alle zijn een
klasse apart en zien we pas terug in F.
De laatste loodjes zijn niet voor iedereen het zwaarst, voor
mij wel. Redelijk gesloopt bereik ik huize Van der Kooi en moet noodgedwongen
het rondje ‘terp Hegebeintum’ aan mij voorbij laten gaan. Niemand die het me
kwalijk neemt. De koffie en lekkere warme baddoeken doen hun werk. Tijd voor
een stukje psychologie. Niet alleen de benen moeten het werk doen, maar ook het
hoofd. De route die we straks moeten gaan lopen, zal onderdeel van onze geest
moeten worden. We moeten haar als het ware kunnen dromen, niet de kilometers
zijn daarbij van belang maar de dorpen
waar we doorkomen. Net als vroeger op school zullen we deze de komende tijd uit
het hoofd moeten leren. We zijn straks één met de route, sterker nog ‘wij zijn
de route’. Als we één keer zover zijn is geen brug te hoog en is geen weg te
lang. Ik weet, zoiets kost tijd, maar we hebben nog even. De zoon des huizes
Jelle heeft dit glimlachend aangehoord, hij moet ’s middags voetballen tegen de
koploper en belooft het gehoorde in praktijk te brengen. Dat zijn weg nog lang
is blijkt uit de 5-1 nederlaag. Ter ondersteuning ontvangt elk lid een
routekaart in tweevoud, één voor dagelijks gebruik of voor op het nachtkastje,
de ander is geplastificeerd en wordt gebruikt als placemat, zodat je onder het
eten ook contact houdt ONS DOEL!
Het was weer een kostelijke ochtend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten