Bij het tekenen van de
presentielijst vanmorgen komen we niet verder dan vijf man. Aan het weer kan
het niet liggen, want dat lijkt goed. Een beetje fris en een stevige wind, maar
het laatste verschilt niet van waar we eigenlijk gedurende de gehele
voorbereidingsperiode mee geconfronteerd worden. Het is elke zaterdag weer
bikkelen om in balans met jezelf en de elementen te komen. Wedden dat de
omstandigheden op 16/6 ideaal zullen zijn?
Alco
heeft zich afgemeld omdat hij vanwege sponsorverplichtingen (!?) aan de
Stienserloop mee moet doen. Hij gaat voor de 21, wij geloven hem maar gaan het
wel even controleren bij de wedstrijdleiding. Herman is een ‘bespreekgeval’.
Elke woensdag zien we hem bij op de fiets bij de sporthal aankomen, waar hij
zijn baantjes gaat trekken. Als we belangstellend naar de knie vragen trekt
zijn gezicht in een pijnlijke grimas en deelt mee dat de scheur nagenoeg dicht
is. We hebben onze twijfels en denken dat hij op twee paarden wedt, én de
marathon én de triatlon twee weken later. Het secretariaat zal gevraagd worden
binnenkort steekproefsgewijs naar zijn whereabouts te vragen. William, toch
altijd één van de smaakmakers en bron van inspiraties voor mijn blogs, is er
ook niet. Loopt de laatste paar weken toch al niet zoals hij voor ogen heeft en
wat blijkt, onze sportarts heeft faryngitis gediagnosticeerd. Vlug even het
medisch handboek geraadpleegd, een keelontsteking dus. Dit verklaart veel en neemt
onze ongerustheid voor de komende tijd weg. Zoals iedereen weet produceert ons
lichaam glucose (dextro), wat niet alleen als brandstof wordt gebruikt maar ook
om (beginnende) ontstekingen te bestrijden.
Het laatste puzzelstukje valt hiermee op zijn plaats. De keelontsteking
heeft hij al een paar week onder de leden, daardoor te weinig brandstof voor de spieren. In een
mailtje wensen we hem een snel herstel, het antwoord is kort maar duidelijk: ”Het
brandt mij in, hier onder dekens. Heb mijn hartslagmeter om, zweet in zone 4 en
kom niet vooruit. Gerarda doet de boodschappen”.
Voordat
we op weg gaan nog een correctie op een detail uit het vorige verslag. De
eigenaar van Stania State –Albert Vijn – zegt dat de vogel die het hamerende geluid maakte niet een
ekster maar een specht is. Hij hoort het beest ook vaak en “het geluid
irriteert me geweldig als ik een boek zit te lezen, vandaar dat ik in de pen
klim”.
Heilige Ibis |
Bij
Tinq steken we de rijbaan over, de brandstof is vandaag extra goedkoop, het
spijt Alle dat hij geen jerrycan bij zich heeft, want dit soort aanbiedingen
hebben ze in Beetgumermolen niet. Bij het Europaplein rechtsaf en dan de stad
uit. Bij het Crystallic een korte discussie over ‘mooi of niet mooi’. De mannen
beoordelen de vormgeving met een plus, Marijke ziet op tegen het ramenwassen
dat toch echt van tijd moet gebeuren. ‘Beetje mooi’ is de einduitslag. Wind mee
wordt wind tegen als we de betonweg – nog aangelegd door Noppertbeton –
richting Ritsumazijl opgaan. Nog een paar kilometer, dan zijn we bij de eerste
verzorgingspost. Halverwege ligt rechts in het land het restant van een bunker
uit WO II. In de grond schijnen nog onontplofte projectielen te zitten, zou er
daarom aan het begin van de weg het bordje ‘in principe verboden toegang,
betreden op eigen risico’ hebben gestaan? De zon zorgt voor lange schaduwen die
ons vooruit snellen. Heelhuids komen we bij Andringa State, de auto van mem
Jouk staat niet op de parkeerplaats noch op de carpoolplek. Anja kijkt op haar
horloge, ik had gezegd twintig voor negen en het is nu al negen uur. Opgelucht
zien we in de verte de grijze auto staan, het weerzien doet ons goed. “Ik ha
hjoed wer drinken, ontbijtkoek en bananen meinaem. Dat is goed foar jimme”.
Iets wat met zoveel liefde is klaargemaakt smaakt natuurlijk heerlijk. Ik vraag
nog even naar het bordje aan de kant van de weg met DGO. Volgens Jouk heeft dit
te maken met de plek op de snelweg waar de vangrails gemakkelijk kunnen worden
verwijderd bij calamiteiten. Zo leer je altijd wat. Via een binnenweggetje
komen we vlak voor Dronrijp weer bij de snelweg. Bij de eerste rotonde draaien
we af naar rechts richting Menaem, de wind is nu écht tegen ons en neemt in
kracht alleen maar toe. Het zwembad is nog steeds dicht, we denken dat ze in de
gemeente de naam Booma niet meer kunnen zien of horen. Alle en Jurjen zien we
alleen nog in de verte, het oranje shirt van Jurjen danst in de zon.
Binnendoor
naar Beetgumermolen, de tweede verzorging. Op de weg nog wat drukte met auto’s
die naar een voorjaarsfair op een boerderij gaan. Doel en inhoud komen we zo
snel niet te weten, het interesseert ons eigenlijk ook niet, we hebben dorst.
Die kan worden gelest. Jouk heeft de tas weer bij de gebr. Hogerhuis neergezet,
het voelt als thuiskomen bij een oude bekende. Lang doen we het ons niet aan
tijd, de laatste 10 kilometer liggen nog voor ons en we weten dat gaan zitten
op zo’n moment funest is voor de loopspieren. Om het drijfzand van de vorige
keer te vermijden besluiten we een omweg te maken. Betekent wel drie kilometer
vol in de wind, maar met als beloning de hele Zuidhoekstermiddenweg en verder
tot Stiens wind mee. Bij thuiskomst zijn Jurjen en Alle er nog niet, ze zijn zo
goed in vorm dat ze een extra lus hebben gemaakt. Onder de koffie met
kwarktaart kaarten we nog even na. Iedereen is tevreden, zo tevreden zelfs dat
Marijke meldt dat ze de elfstedentocht volgende week gaat wandelen en Anja gaat
op tweede pinksterdag de elfstedentocht fietsen. Ik vraag me af in welk
gezelschap ik terecht ben gekomen, zoveel kracht en zoveel energie.
Het was weer een ochtend om in te lijsten.
Trainingsstage Esonstad? |
Nagekomen bericht van
William:
Had het jullie al
eerder willen voorstellen, maar het kwam er steeds niet van. Nu ik verplicht
moet rusten heb ik tijd het volgende aan jullie voor te leggen. Zoals jullie
weten hebben wij in Snakkeburen een jachtje liggen. Omdat we niet van nep
houden hebben we het “de Echte Tunes” genoemd. Het zeiljacht is Ee-waardig. Wat
ik wil voorstellen is om als groep een trainingsweekend te organiseren. We gaan
met de boot naar het Lauwersmeergebied, huren in Esonstad een appartement om
van daaruit een paar trainingsloopjes te doen. We kunnen ook doorvaren – op
eigen risico – naar Schiermonnikoog, jullie zeggen het maar. Vrijdag heen,
zondag terug. Laat het in je omgaan, ik ga pitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten