Op het secretariaatsadres tekenen we de presentielijst. We
zijn weer met z’n zessen, Jurjen is een week op hoogtestage in Frankrijk, Herman
heeft een mailtje gestuurd: “Hallo allemaal, i.p.v. beter is het eerder nog minder met mijn rechter knie
geworden, ondanks de rust die ik heb genomen. Heb wel een keer 12,5 km gelopen
en dat was meer dan genoeg voor mijn knie. Reden voor mij om morgen nog maar
een keer over te slaan. Wel jammer want ik heb een conditie van een dartel jong veulen.” Volgens het reglement
sturen we hem, als het de volgende week nog niet over is, een fruitmandje. Zijn
plaats wordt ingenomen door Alco uit Oude Bildtdijk. Vanwege de verwachte
weersomstandigheden kan hij niet zijn land op om pootaardappelen en
suikerbieten te zetten, vooral voor het laatste product moet de grond goed
droog zijn. Alle maakt het halve dozijn vol, deze manier van trainen bevalt hem
erg goed.
Gerarda neemt nog even de binnengekomen mail met ons door. Naast de
bemoedigingen – “Oom Jan komt in juni speciaal voor jullie over uit The States,
hij is very impressed door jullie American approach of The Slagte” (Maaike van
Duinen-Hamstra uit Lollum) – vallen de vele ‘verzorgingspostaanbiedingen’ op.
Het komt nog zo ver dat, willen we iedere aanbieding honoreren, of het aantal
trainingen moet worden uitgebreid of dat de datum van 16 juni wordt verschoven.
We rijden naar Goutum toe, naar de grote M, de 32 k zal ons via Reduzum –
Jirnsum – Grou – Warten – Wergea weer naar Goutum brengen. Oom Jan uit The States |
De verzorging is vandaag geregeld door Marijke. In Irnsum stapt dochter
Linda uit de auto als ze ons ziet aankomen bij de Twee Gemeenten. Haar ogen
spreken boekdelen, ‘waar zijn jullie mee bezig in dit weer’. We doen alsof we
het niet zien, de bananen, drankjes en koek vinden hun weg. Op een affiche
staat het optreden deze avond van De Hûnekop en Doelleazen (feestbeesten), Alco
rammelt aan de deur, hij wil kaartjes kopen voor deze topattractie. Hij vindt
geen gehoor. “No, dan kom ik net, moatte se it sels mar wiite’.
Meewarig nagekeken door Linda gaat het richting Grou, de wind (6) keert
zich tegen ons en is de komende 12 kilometer niet onze vriend. We zijn al zo op
elkaar ingespeeld, dat we automatisch compact gaan lopen, de sterkste schouders
vangen de meeste wind. Grou is al in oranjestemming, niet dat we er veel van
zien maar de sfeer hangt er wel. In het stationsgebouwtje is een groep dames
aan het vingerbreien. Het was me als zodanig niet opgevallen als ik niet in het
LC had gelezen dat er in Grou een poging wordt gedaan om op deze manier in het
Guinness Book of Records te komen. Volgens de verslaggever staat het record op
321,5 meter. We zullen lezen hoe dit afloopt. De routeplanner zegt: “op de
rotonde derde afslag rechts”, maar omdat we binnendoor afsteken volgt het
verzoek “indien mogelijk, omkeren”, doen we niet, het apparaat kan toch wel
uit, want het is nu recht toe recht aan naar Warten. Eerst een paar kilometer
fietspad, daarna achter elkaar op de rijweg. Concentratie is nu vereist, er
wordt nauwelijks meer gesproken, de auto’s zoeven ons voorbij. De vele Duitse
kentekenplaten vallen op, ook de trailers met boten die ze achter de auto
aanzeulen. “Met dit weer ook een manier van watersport”, zegt William. Een
waterig lachje is onze reactie.
Endorfines werken in de eerste plaats pijnonderdrukkend, maar
zorgen ook voor een gevoel van geluk of euforie, zoals de 'runners high' bij duursporters. De roesachtige toestand die kan
ontstaan na een fysieke inspanning wordt gedeeltelijk veroorzaakt door het
vrijkomen van endorfine.
Deze theorie is ons bekend en wordt
ook zo ervaren, maar dat het ook hallucinerende bijwerkingen kan hebben, is
nieuw. We zijn bijna bij Warten als Marijke roept: “sjoch, in earrebarre
(ooievaar)”. Waar we ook kijken, we zien niets. Bovendien, wat heeft zo’n vogel
hier ook te zoeken met dit weer. Anja zal dit op de zaak (MCL) gaan aankaarten,
maar vermoedt dat het te maken kan hebben met het feit dat Marijke vlak bij
haar moeders huis is. Een directe link tussen ooievaar en geboorte? Hoe dan
ook, we worden hartelijk ontvangen en gelaafd. Op de vraag wat ze dacht toen
deze verzopen katten haar huis binnenvielen, geeft ze een diplomatiek antwoord:
“mijn man zou gezegd hebben, jimme binne hartstikke gek”. Bij het weer op gang
komen klagen de dames over de string die toch wel erg krap is gaan zitten.
Hebben wij gelukkig geen last van.
De laatste 10 k is grotendeels vóór de wind, toch wel lekker. Achteraf
blijkt dat we hetzelfde tempo zijn blijven lopen als bij km 10-22, bewijs van
‘dat we goed bezig zijn’. De lokroep van de grote M zien we van verre en helpt
ons de laatste kilometers door. W mompelt dingen als Big Mac en Mc Smurry,
voeding die mij (nog) onbekend is. Alle en Alco zitten al aan de koffie en
bevelen de Muffins aan. Maar eerst gaan we ons even omkleden, we hebben geleerd
van de vorige week en een droog verschoninkje meegenomen. Van de Muffins zijn er nog maar 3 voorradig,
W krijgt dus toch zijn Big Mac bij de
koffie. Mijn muffin is droog als gort, de klodder chocola kleeft nu nog aan
mijn verhemelte.
De lokroep van de grote M |
Alco: ik blijf maar dicht bij mijn vak, zo nu en dan dacht ik dat ik de
bietenbrug op ging.
Alle: een koninkrijk voor een fysiotherapeut, wat een koude spieren heb ik.Marijke: dat roze regenjasje staat me goed én er was écht een ooievaar!
Anja: de Winterkuier in Ferwert loopt wel wat gemakkelijker
William: toen ik tussen Grou en Warten al die boten zag, dacht ik ‘zo, nu
eerst een Bavaria’, zo’n type boot hebben wij namelijk op het oog. Kan ik nu
nog niets over vertellen, houden jullie tegoed.
Koos: mij speelde
op hetzelfde traject een titel van Leonard Cohen door het hoofd: Going home.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten