De
weken rijgen zich aaneen, voor je het weet is het weer zaterdagmorgen 06.15
uur. De wekker hoeft niet meer gezet te worden, dit tijdstip heeft zich een
vaste plaats verworven in mijn systeem. De voorbereidingen op de 34 k in H2 van
vandaag verlopen routineus, een blik naar buiten belooft droog weer en de
buitenthermostaat geeft een aangename looptemperatuur van 10 graden aan. Een
korte broek is wel erg enthousiast, maar had achteraf wel gekund. Mijn
regenjack heb ik vorige week bij Mc D laten liggen, dat wordt een extra
bezoekje.
Alle,
Alco, Anja, Marijke en William zijn inmiddels op het secretariaatsadres
gearriveerd. Gerarda slaapt nog, dus houdt u de laatste fanmail nog van ons
tegoed. Via Burdaard rijden we eerst naar de kruising Bûtenfjild-Reidfjidswei
ten oosten van Oentsjerk om een tas met proviand in de onderwal te deponeren.
Wegens ziekte heeft een proviandeur op het laatste moment moeten afzeggen (het
spijt me vreselijk….!) en om de volgende op de lijst uit zijn/haar bed te
bellen gaat zelfs ons iets te ver. Daarna naar Stania State, het vertrekpunt.
Anja en William heb de route zo gestoken dat
we steeds gunstig lopen t.o.v. de NO wind (4). De eerste kilometers
richting Hurdegaryp zijn voor ons plattelanders aangenaam door het
lommerrijke traject. Dan weer geniet je
van het ruime uitzicht, om daarna ingesloten te worden door bomen en
bosschages. Marijke hoort een ekster in een boom tekeer gaan: ’liket Jehannes
wol as ik jûns de doar per ongeluk op it slot dien ha”. Om deze uitspraak
kracht bij te zetten herhaalt de ekster zijn roffel, we zijn deze keer
overtuigd.
Jehannes de Ekster |
Lieve, lieve vriendin
Ik heb zo’n
zin….
Samen met jou
in het gras te bukken
Om een bos
bloemen voor mijn moeder te plukken…
het nabijgelegen Tuincentrum ‘De Florahoek’ te informeren naar de achtergrond. Het is er druk,
maar de eigenaar is bereid een korte toelichting te geven. Volgens hem zijn er
twee theorieën in omloop. De eerste is dat je de Slachtedijk kunt vergelijken
met de Chinese muur. Deze was ooit 5.000 kilometer lang, nu resten er,
verspreid over de noordgrens van China nog slechts gedeeltes. Volgens deze
theorie is de Slachtedijk ooit 1.800 kilometer lang geweest, van Oosterbierum
(de huidige finishplaats) tot aan Rome. Naast de ons bekende Slachtedijk is dit
ook zo’n restant. De tweede opvatting vindt ‘de tuinman’ leuker en
geloofwaardiger. In Hurdegaryp hebben ze het een beetje ‘hoog in de bol’, ze
denken daar dat ze net iets meer zijn dan wij, die in het buitengebied wonen. Ze
denken dat de Slachtemarathon net iets is als de Olympische Spelen. Deze vinden
elke vier jaar op een andere locatie plaats. Ze gokken er bij de gemeente op
dat dit met de Slachte ook zo zal gaan, en nu hebben ze hun eigen Slachtedijk gemaakt,
in de hoop bij het uitbrengen van hun bidbook hoge ogen te gooien.
Voldoende
stof tot napraten, maar het tempo is er natuurlijk behoorlijk uit. Toch nog
even tijd voor een kennistestje. Op de foto ziet u dat ik een bloemetje heb
geplukt, de vraag is niet de naam van dit bermplantje, die weet iedereen, maar
tot welk plantengeslacht behoort het. Als uit één mond klinkt
‘schermbloemigen’, ons basisonderwijs is niet voor niets geweest.
Om
een beetje op gang te komen komt het onderwerp doping nog even aan de orde. ’s
Morgen in de krant gelezen dat ze er bij Rabo ook wat van kunnen. Uit een
recente studie is gebleken dat twee van de zes hardlopers ook wel eens
‘snoepen’. We zijn vanmorgen met z’n zessen, dus .. voor de draad ermee. Alleen
Alco meldt zich, hij gebruikt zo nu en dan Sipo. Dit is een mengsel van sipels
– die verbouwt hij tenslotte zelf – en poedersuiker. Omdat hij relatief weinig
tijd aan het lopen kan besteden, compenseert hij het hier mee. Wie er meer over
wil weten loopt na afloop maar even mee naar zijn auto. Over auto’s gesproken -
we zijn inmiddels in Hurdegaryp – als we op een kruispunt ruim baan krijgen van
een automobilist die volgens de regels voorrang heeft. Ook claxonneert hij drie
keer, we moeten dus wel kijken. Maar dat is onze vorige burgemeester, Eric ter
Keurs, zegt William. Hoe hij dat zo zeker weet, wij hebben de man nog nooit
ontmoet. Nee, ik ook niet, maar zijn vrouw zit naast hem en die heeft nog
steeds het rode jasje aan dat ze in Stiens ook altijd aan had. Daar herken ik
ze aan. We zijn blij als we het dorp uit zijn.
Tussen
Hurdegaryp en Burgum gebeurt weinig spannends, we halen een eenzame loopster in
die bij het horen van het doel van onze trainingsinspanningen alleen maar zegt:
“voor de Slachte ben in te slecht”. We zien het, de benen mogen ook wel wat
bijkleuren – zij loopt wel in een korte tight. Om de dreigende verveling voor
te zijn begint Ale nog eens over de oormerken. Anja heeft nog steeds geen
antwoord, Alco schiet haar te hulp. Dat is in Brussel beslist door en voor
ambtenaren, als ze één oormerk verliezen hebben ze er nog steeds één. Als
afdoende bewijs een beetje dun, maar we moeten het ermee doen. W: “nu snap ik
waarom ze het salaris van ambtenaren
willen bevriezen, van mij mag het”. In Burgum zijn ze blij ons te zien, ook
hier overal vlaggen en applaudisserende mensen. We hebben geen tijd voor
handtekeningen, want we zijn aan de late kant volgens Anja. De eerste
proviandering is bij vrienden van hun en de aankomsttijd zou negen uur moeten
zijn, het is nu half tien. “Als ze maar niet ongerust worden…”. Dit valt mee, Ineke en Jan zijn druk in de
tuin bezig, werkelijk een heel mooi plekje, zo vlak buiten Burgum. En er is
werkelijk geen nee te koop als het om voeding en voedsel gaat. Volgens de
regels tasten we op gepaste wijze toe. Jan en ik blijken vroeger nog regelmatig
tegen elkaar te hebben gevoetbald, dat waren nog eens tijden. Nu in ieder geval
te weinig tijd om de vergane glorie op te poetsen. We worden hartelijk
uitgezwaaid als we de route voor de tweede helft voortzetten.
Even
een aarzeling van het GPS-horloge van W, we worden een ruiterpad opgestuurd met
veel paardenhumus, terug en honderd meter verder het juiste pad gevonden. Via
Noardburgum langs de Rijksstraatweg naar Quatrebras en dan rechtsaf naar
Veenwouden. Vlak voor de spoorwegovergang Villa Vrolijk, de bewoners lachen ons
vrolijk toe. Voor we het weten lopen we langs het Bûtenfjild, lang, recht en
zonder begroeiing. Aan het eind weten we de tweede ravitaillering, onderlinge
babbeltjes houden het tempo erin. De zak ligt er uiteraard nog, bewaakt door
een auto, controlepost voor een wandelevenement. Het is voor de eerste keer dat we een beker
Slachtedrank krijgen. W heeft deze van de sponsor van het evenement weten te
bemachtigen. Nog 9 meldt W, we zetten ons in gang. De benen zijn hier en daar
wat stijfjes aan het worden, het loopt wat minder gemakkelijk als vorige week,
terwijl het toen alleen maar wind en regen was. Komt door de zuurstof die we
toen extra hadden, zegt Marijke. Wie durft haar tegenspreken? Bij de
eerstvolgende kruising kunnen we rechtdoor en rechtsaf. Anja stelt rechtdoor
voor – nog 2 k naar Oentsjerk. Het wordt rechtsaf, follow the leader. Weer een
saai stuk weg, tot we bijde afslag Eeltsjemar komen. Anja heeft zich herpakt
en stelt voor nog even bij het meertje te kijken, ligt er in het voorjaar
altijd zo mooi bij. Meerderheid is tegen, route is route. Opeens horen we het
hoge geluid van modelvliegtuigjes. Als wespen scheren ze over en langs ons
heen. Links van de weg ligt de thuisbasis van deze hobbyisten, ze laten hun
vliegtuigjes een vleugelgroet naar ons maken. Aardige jongens.
Eeltsjemar bezongen op de Fryske Cash |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten